- De groei van de Nederlandse economie gaat dit jaar richting de 2 procent, maar neemt daarna af.
- Die verwachting spreekt het Centraal Planbureau uit in een nieuwe prognose.
- De hoge inflatie blijft een hardnekkig probleem in Nederland.
- Lees ook: Nederlandse exportsector is qua loonkosten behoorlijk concurrerend, volgens economen van Rabobank
De groei van de Nederlandse economie blijft zich de komende jaren bewegen tussen de 1,5 procent en 2 procent. Tegelijk zijn we voorlopig nog niet af van de relatief hoge inflatie.
Dat voorspelt het Centraal Planbureau (CPB) in nieuwe economische ramingen, die woensdag werden gepubliceerd.
De Nederlandse economie groeit komende jaren waarschijnlijk gematigd door, ondanks de grote geopolitieke onzekerheid in de wereld. Vooral huishoudens en de overheid stimuleren de groei doordat ze meer besteden, voorziet
Naar verwachting groeit het bruto binnenlands product (bbp) dit jaar met 1,9 procent, maar in de jaren daarna zakt te groei terug tot circa 1,5 procent.

Huishoudens houden ook meer geld over om uit te geven, omdat de lonen behoorlijk zijn gestegen. Door de loonstijgingen groeide de koopkracht in 2024 met 2,9 procent. Dit jaar gaat neemt de doorsnee koopkracht waarschijnlijk 0,6 procent toe en in 2026 met 1,1 procent.
Inflatie blijft hoog in Nederland
De hoge inflatie blijft een serieus probleem in Nederland. Voor dit jaar rekent het CPB op een gemiddelde prijsstijging van 3,2 procent.
Hoewel de inflatie de komende jaren afkoelt, blijft de gemiddelde prijsstijging tot en met 2028 naar verwachting hoger dan 2 procent. Dat laatste heeft niet alleen met de loongroei te maken maar ook met effecten van beleid zoals de btw-verhoging.

De overheidsfinanciën laten dit jaar naar verwachting een begrotingstekort zien van bijna 2 procent. Structureel gaat het tekort de komende jaren richting de 3 procent.

De nieuwe prognose voor dit jaar toont een begrotingstekort van 1,8 procent, wat lager is dan het tekort van 2,5 procent dat het CPB eerder voorzag.
Volgend jaar lijkt het tekort nu wel op te lopen naar 2,4 procent. Dit hoge cijfer is eenmalig vanwege de defensiepensioenen. In 2026 gaan deze pensioenen over naar het ABP, en moet de overheid 8,5 miljard bijstorten. In 2027 zou het tekort weer moeten dalen.
Het Planbureau rekent voor de middellange termijn wel op een verslechtering van het overheidssaldo, doordat de uitgaven sneller stijgen dan de inkomsten. Door de vergrijzing valt komende jaren een stevige toename van de zorguitgaven en de AOW te verwachten. Ook rekent het CPB op een verdubbeling van de rente-uitgaven van de overheid.
Het beeld in de wereld blijft intussen onzeker. Volgens het CPB is sinds het aantreden van president Donald Trump in de Verenigde Staten de voorspelbaarheid van politieke beslissingen afgenomen. Daarmee zou de situatie op het terrein van handel en internationale samenwerking zomaar flink kunnen omslaan.
In de nieuwe raming heeft het CPB naar eigen zeggen al beperkt rekening gehouden met de toegenomen onzekerheid. CPB-directeur Pieter Hasekamp waarschuwt dat het vanwege de grote geopolitieke onzekerheid in de wereld verstandiger is om, in lijn met de begrotingsregels uit het Hoofdlijnenakkoord, voldoende ruimte te houden om toekomstige tegenvallers op te vangen. "Ook de conjuncturele situatie, met nog altijd een krappe arbeidsmarkt en een relatief hoge inflatie, geeft geen aanleiding tot expansief begrotingsbeleid."